In de werktuigbouwkunde verwijst passing naar de speling of klem die ontstaat wanneer twee onderdelen op elkaar passen. Afhankelijk van de toepassing bepaalt u of een losse-, overgangs- of vaste passing nodig is. Bij een losse passing is er altijd ruimte (speling) tussen as en gat, zodat de onderdelen vrij ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Een overgangspassing zit daartussenin: de tolerantiezones overlappen zodanig dat er soms lichte speling en soms lichte klem ontstaat, de delen passen schuivend in elkaar. Een perspassing (vaste passing) betekent dat de as iets groter is dan het gat, dus er is geen speling. Een kogellager kan op twee manieren gemonteerd worden: dit kan door het lager rondom een as of in een behuizing te persen of thermisch te vergroten. De onderdelen worden dan sterk met elkaar verbonden die niet handmatig gedemonteerd kunnen worden.
Bij het bepalen van de passing voor een kogellager bepaal je eerst hoe de lagerringen belast worden. Dit kan op drie manieren: roterende belasting, stilstaande belasting en onbepaalde belasting op een ring.
Waarom is dit belangrijk voor de passing? Omdat een omloopbelasting de neiging heeft de ring te doen walsen of kruipen op zijn zitting als de passing te los is, wordt bij een roterende belasting altijd een vaste (klem)passing geadviseerd. Omgekeerd kan bij een lokale (stilstaande) belasting een losse passing volstaan, omdat de ring niet probeert weg te lopen. Samengevat: als een lagerring draait ten opzichte van de belastingrichting, kies een vaste passing; staat een ring stil ten opzichte van de belasting, dan kan een losse passing worden gebruikt. Deze vuistregel is van grote invloed op het ontwerp van lagerpassingen.
Belasting staat vast in de ruimte (bijv. zwaartekracht). De belastingszone roteert over de binnenring en blijft op de buitenring vrijwel stationair.
Belasting is as-gebonden en draait mee. De belastingszone is stationair op de binnenring en roteert t.o.v. de buitenring.
Belasting staat vast terwijl de buitenring draait. De belastingszone roteert over de buitenring en blijft op de binnenring stationair.
Belasting is aan het huis gekoppeld en draait mee. De belastingszone is stationair op de buitenring en roteert t.o.v. de binnenring.
De juiste passing is bepalend voor de levensduur van een lager. Te strak monteren kan leiden tot overmatige warmte en spanningen, terwijl een te losse passing juist slijtage en trillingen veroorzaakt. Omdat geen twee toepassingen gelijk zijn, moet je bij de keuze altijd rekening houden met factoren zoals belasting, snelheid, temperatuur en materiaal.
Zeer hoge belastingen of schokken: Hoe hoger de belasting, des te meer geneigd is een ring te “walsen” of te verschuiven onder die kracht. Bij zware belasting wordt daarom een vastere passing gekozen dan bij lichte belasting. Bijvoorbeeld kan een overgangspassing die voor een lichte belasting volstaat, bij een zware belasting vervangen worden door een vaste perspassing. Zo voorkomt men relatieve beweging onder piekbelasting.
Hoge rotatiesnelheden: Een hoog toerental vereist een nauwkeurige balancering en minimale excentriciteit. Strakkere pasvormen dragen bij aan betere rondloopnauwkeurigheid waardoor walzen en trillingen worden voorkomen.
Temperatuurinvloeden: tussen binnen- en buitenring kan de effectieve speling veranderen. Doorgaans wordt de binnenring warmer (door wrijving) dan de buitenring, waardoor de binnenring uitzet en de passing op de as strakker wordt, terwijl de speling in het lager zelf afneemt. Bij hoge bedrijfstemperaturen raden wij altijd aan om lagers met een grotere interne lager speling zoals C3 of C4 en eventueel een iets lossere passing te kiezen.
Materiaal en constructie: De effectiviteit van een passing hangt af van de stijfheid van as of huis. Lichtmetalen of dunwandige materialen deformeren makkelijker en hebben bij dezelfde nominale passing minder effectieve klemkracht op de ring. Daarom kiest men in zulke gevallen een vastere passing dan normaal zoals bij massief staal.
Volgens SKF valt 16% van de lagers vroegtijdig uit door een verkeerde montage. Wanneer de passing tussen een lager en zijn zitting niet correct gekozen is, kan er een verschijnsel optreden dat men walzen of kruipen noemt. Dit houdt in dat de lagerring langzaam begint mee te bewegen ten opzichte van zijn passingvlak. In plaats van dat alleen de rollende elementen in het lager bewegen, schuift de gehele ring ten opzichte van de as of de behuizing. Dit kan verschillende oorzaken hebben: Te losse passing bij een roterende belasting: de ring krijgt herhaaldelijk krachten over de volledige omtrek en begint daardoor langzaam te draaien op zijn zitting. Trillingen of wisselende belastingen: zelfs met een ogenschijnlijk geschikte passing kan de ring kleine microbewegingen maken.
Gevolgen van walzen Walzen is ongewenst omdat het slijtage veroorzaakt op zowel de ring als het passingvlak. Door de microschuifbewegingen ontstaat er materiaalvervorming, oppervlaktevermoeiing en soms zelfs roestvorming door wrijving. Uiteindelijk leidt dit tot verlies van maatnauwkeurigheid, verhoogde spelingen en een kortere levensduur van het lager en de componenten eromheen.
Monteren - perspassing
Met een hydraulische pers
Montage set - altijd met een schijf die het gehele lager bedekt. Nooit slaan op de afdichting dit veroorzaakt schade, zoals puntjes op de loopbaan of een beschadigde kooi.
Lagerhuis maken
1. Juiste passing, afhankelijk van de situatie
2. cnc bank afstellen op 0,02 - 0,04 Ra µm als nauwkeurige of hogesnelheden,
of 0,04 - 0,08 Ra µm voor standaard lageropstellingen in transportbanden, machines
Gemakkelijker lagers monteren - Lagers in de vriezer leggen zodat de binnen/buitenring krimpen zodat de as goed past.
opm: iets meer bloggen over schuif, en vrijstaande passingen misschien ?
Snelle referentie voor gangbare situaties. Gebruik de diameterbanden als richtlijn; bij bijzondere eisen (bv. hoge nauwkeurigheid, hoge temperatuur) kan een strakkere of lossere klasse nodig zijn.
Situatie | Belastingsniveau | d ≤ 30 mm | 30–100 mm | 100–200 mm | > 200 mm |
---|---|---|---|---|---|
Roterende binnenring of belastingsrichting onbepaald | Licht/variabel (≤ 5% van de dynamische belasting) | js5 / j6 | k6 | m6 | n6 |
Roterende binnenring of belastingsrichting onbepaald | Normaal–hoog (> 5% van de dynamische belasting) | k6 | m5 / m6 | n5 / n6 | p6 (tot ~500 mm) → r6/r7 bij groter |
Zwaar / stootbelast | > 10% van de dynamische belasting | n5 | n6 / p6 | p6 / r6 | r6 / s6–s7 |
Hoge loopnauwkeurigheid bij lichte belasting | ≤ 5% van de dynamische belasting | js4 | k4 / k5 | m5 / n5 | n5 |
Stilstaande binnenringbelasting | Axiale verplaatsing gewenst | g6 | g6 | g6 | f6–g6 (grote lagers) |
Stilstaande binnenringbelasting | Axiale verplaatsing niet nodig | h6 | h6 | j6 (bij uitsluitend axiaal) | js6 (bij uitsluitend axiaal) |
Situatie | Belasting | Aanbevolen huis-tolerantie | Opmerking |
---|---|---|---|
Roterende buitenringbelasting | Licht | M7 | Niet verschuifbaar |
Roterende buitenringbelasting | Normaal–hoog | N7 | Niet verschuifbaar |
Roterende buitenringbelasting | Zwaar / stoot | P7 | Niet verschuifbaar |
Stilstaande buitenringbelasting | Algemeen | H7 (H8 bij eenvoudig) | Verschuifbaar |
Richting onbepaald & axiale speling gewenst | Licht–normaal | J7 | Verschuifbaar; geringe axiale kracht kan ontstaan |
Nauwkeurige/geruisarme loop (kleine EM, kogellagers) | Licht | J6 (H6 bij gemakkelijke axiale verplaatsing) | Preferred voor D ≤ 100 mm |
Thermische uitzetting as | — | G7 (F7 bij zeer groot/D > 250 mm) | Verschuifbaar |
Let op: Bij hogere interne speling (C3/C4) of dunwandige/lichte huizen is vaak een vastere passing nodig; bij hoge temperaturen kan een lossere passing of grotere interne lagerspeling nodig zijn. Raadpleeg altijd de exacte tolerantiewaarden per ISO-klasse. :contentReference[oaicite:1]{index=1}
Geen reacties gevonden.